Naamwoord in het deens

Vertaling: naamwoord, Woordenboek: nederlands » deens

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
deens
Vertalingen:
navn, navneord, substantiv, noun, subst, navneordet
Naamwoord in het deens
Verwante woorden
navn in het nederlands
Andere Talen
naamwoord in het albanees
naamwoord in het bulgaars
naamwoord in het wit-russisch
naamwoord in het tsjechisch
naamwoord in het duits
naamwoord in het ests
naamwoord in het engels
naamwoord in het spaans
naamwoord in het fins
naamwoord in het frans
naamwoord in het grieks
naamwoord in het kroatisch
naamwoord in het hongaars
naamwoord in het ijslands
naamwoord in het italiaans
naamwoord in het latijn
naamwoord in het litouws
naamwoord in het lets
naamwoord in het macedonisch
naamwoord in het noors
naamwoord in het pools
naamwoord in het portugees
naamwoord in het roemeens
naamwoord in het russisch
naamwoord in het zweeds
naamwoord in het sloveens
naamwoord in het slovaaks
naamwoord in het turks
naamwoord in het oekraïens

Verwante woorden: naamwoord

bijvoegelijk naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijvoeglijk naamwoord duits, bijvoeglijk naamwoord oefenen, bijwoord, naamwoord talen woordenboek deens, naamwoord in het deens

Vertalingen

  • naamgever in het deens - godfather, gudfar, fadder, gudfader, The Godfather
  • naamloos in het deens - navnløs, navnløse, anonym, navnløst, nameless
  • naar in het deens - til, kold, at, syg, ond, slet, fortid, ...
  • naargeestig in het deens - mørk, blå, uvidenhed, sur, dunkelhed, bedrøvet, blålig, ...
Willekeurige woorden
aas
klavier
larve
me
reptielen
spieken
treiteren
geactualiseerd
uitwerpselen
eerlijkheid
schriftteken
afranseling
dor in het engels
kloppen in het engels
nieuwtje in het engels
rochelen in het engels
Naamwoord in het deens - Woordenboek: nederlands » deens
Vertalingen: navn, navneord, substantiv, noun, subst, navneordet