Naamwoord in het duits
Vertaling: naamwoord, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
benennen, zitieren, name, bezeichnung, anrede, nennen, benennung, Substantiv, Nomen, noun, Subst, Substantiv wird
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: naamwoord
bijvoegelijk naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijvoeglijk naamwoord duits, bijvoeglijk naamwoord oefenen, bijwoord, naamwoord talen woordenboek duits, naamwoord in het duits
Vertalingen
- naamgever in het duits - taufpate, pate, Pate, Patenonkel, Paten, Taufpate
- naamloos in het duits - unbenannt, namenlos, unnennbar, anonym, namenlosen, namenlose, namenloser, ...
- naar in het duits - verrückt, foul, vorbei, verstopfen, scheußlich, widerlich, wahnsinnig, ...
- naargeestig in het duits - traurig, schwermütig, verdrießlich, puritanisch, nacht, schlüpfrig, dunkel, ...
Willekeurige woorden
Naamwoord in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: benennen, zitieren, name, bezeichnung, anrede, nennen, benennung, Substantiv, Nomen, noun, Subst, Substantiv wird
Vertalingen: benennen, zitieren, name, bezeichnung, anrede, nennen, benennung, Substantiv, Nomen, noun, Subst, Substantiv wird