Affix in het duits - Vertaling / Woordenboek nederlands

Vertaling: affix, Woordenboek: nederlands » duits

Brontaal:

nederlands

Doeltaal:

duits

Vertalingen:

anhang, anbringen, Affix, aufkleben, befestigen, anzubringen

Verwante woorden

Andere Talen

affix antoniemen, affix betekenis, affix bootstrap, affix bootstrap 3, affix engels, affix talen woordenboek duits, affix in het duits

affiliëren in het duits - zweigniederlassung, schwestergesellschaft, Schwestergesellschaft, Affiliate, Geschäftspartner, Partner
affiniteit in het duits - neigung, affinität, verwandtschaft, geistesverwandtschaft, Verwandtschaft, Affinität, Affinitäts
affronteren in het duits - schockieren, ehrenkränkung, schmähung, beschimpfen, kränkung, fetale, anfall, ...
affuit in het duits - kutsche, fiaker, abfuhr, wagen, wagenvorschub, anfuhr, schreibwagen, ...

Willekeurige woorden