Bezittingen in het duits
Vertaling: bezittingen, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
Habe, Habseligkeiten, Besitz, Besitzungen, Besitztümer
Andere Talen
Verwante woorden: bezittingen
bezittingen antoniemen, bezittingen balans, bezittingen bank- en spaartegoeden, bezittingen belastingdienst, bezittingen betekenis, bezittingen talen woordenboek duits, bezittingen in het duits
Vertalingen
- bezitten in het duits - eigenes, eigene, eigen, eignen, besitzen, bereits, zu besitzen, ...
- bezitting in het duits - grundstück, gutshof, besitz, haltung, ranch, ballbesitz, eigentum, ...
- bezoedelen in het duits - beize, beizen, fleck, schmutz, schandfleck, trüben, beflecken, ...
- bezoek in het duits - gang, besuchen, schnattern, schwatzen, visite, klatschen, besuch, ...
Willekeurige woorden
Bezittingen in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: Habe, Habseligkeiten, Besitz, Besitzungen, Besitztümer
Vertalingen: Habe, Habseligkeiten, Besitz, Besitzungen, Besitztümer