Bezittingen in het zweeds
Vertaling: bezittingen, Woordenboek: nederlands » zweeds
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
zweeds
Vertalingen:
ägodelar, besittningar, egendom, tillhörigheter, besittning
Andere Talen
Verwante woorden: bezittingen
bezittingen antoniemen, bezittingen balans, bezittingen bank- en spaartegoeden, bezittingen belastingdienst, bezittingen betekenis, bezittingen talen woordenboek zweeds, bezittingen in het zweeds
Vertalingen
- bezitten in het zweeds - besitta, äga, egen, äger den, äga den, äga det, egna det
- bezitting in het zweeds - gods, besittning, egenskap, egendom, innehav, bollinnehavet, inneha
- bezoedelen in het zweeds - fläcka, fläck, matt, vanära, tarnish, förgifta
- bezoek in het zweeds - visit, besöka, besök, besöket, besök i
Willekeurige woorden
Bezittingen in het zweeds - Woordenboek: nederlands » zweeds
Vertalingen: ägodelar, besittningar, egendom, tillhörigheter, besittning
Vertalingen: ägodelar, besittningar, egendom, tillhörigheter, besittning