Bouwvallig in het duits
Vertaling: bouwvallig, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
wackelig, baufällig, matt, ohnmächtig, gebrechlich, schwach, wacklig, unzuverlässig, altersschwach, ungesund, kraftlos, verfallen, verfallenen, baufälligen, verfallene
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: bouwvallig
bouwvallig antoniemen, bouwvallig betekenis, bouwvallig bouwwerk, bouwvallig engels, bouwvallig frans, bouwvallig talen woordenboek duits, bouwvallig in het duits
Vertalingen
- bouwondernemer in het duits - erbauer, baumeister, auftragnehmer, Baumeister, Erbauer, Bauunternehmer, Bauherr, ...
- bouwval in het duits - verwüstung, ruine, ruinieren, ruin, zerstören, vernichten, verderben, ...
- boven in het duits - oben, oberer, obere, über, oberhalb, vorstehend, obigen
- bovenbeen in het duits - schenkel, oberschenkel, Schenkel, Oberschenkel, Oberschenkels
Willekeurige woorden
Bouwvallig in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: wackelig, baufällig, matt, ohnmächtig, gebrechlich, schwach, wacklig, unzuverlässig, altersschwach, ungesund, kraftlos, verfallen, verfallenen, baufälligen, verfallene
Vertalingen: wackelig, baufällig, matt, ohnmächtig, gebrechlich, schwach, wacklig, unzuverlässig, altersschwach, ungesund, kraftlos, verfallen, verfallenen, baufälligen, verfallene