Leraar in het duits
Vertaling: leraar, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
ausbilder, kursleiter, pädagogin, ausbilderin, lehrerin, lehrer, lehrkraft, pädagoge, instrukteur, Lehrer, Lehrerin, Lehrers
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: leraar
ik de leraar, kopopleiding, kopopleiding leraar, leraar 24, leraar antoniemen, leraar talen woordenboek duits, leraar in het duits
Vertalingen
- lepralijder in het duits - leprakranker, leprakranke, aussätzige, aussätziger, Aussätzige, Leprakranke, Aussätzigen, ...
- leproos in het duits - leprakranker, leprakranke, aussätziger, aussätzige, Aussätzige, Leprakranke, Aussätzigen, ...
- lerares in het duits - pädagogin, lehrkraft, kursleiter, instrukteur, lehrer, lehrerin, pädagoge, ...
- leren in het duits - lehren, beibringen, unterrichten, ledern, erlernen, leder, lernen, ...
Willekeurige woorden
Leraar in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: ausbilder, kursleiter, pädagogin, ausbilderin, lehrerin, lehrer, lehrkraft, pädagoge, instrukteur, Lehrer, Lehrerin, Lehrers
Vertalingen: ausbilder, kursleiter, pädagogin, ausbilderin, lehrerin, lehrer, lehrkraft, pädagoge, instrukteur, Lehrer, Lehrerin, Lehrers