Uitbetalen in het duits

Vertaling: uitbetalen, Woordenboek: nederlands » duits

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
lohn, besoldung, zahlen, belohnung, entlohnung, gehalt, bezahlen, auszahlen, auszahlen lassen, Bargeld aus, Geld aus
Uitbetalen in het duits
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: uitbetalen

belastingdienst uitbetalen, levensloop, levensloopregeling, overuren, overuren uitbetalen, uitbetalen talen woordenboek duits, uitbetalen in het duits

Vertalingen

  • uitbazuinen in het duits - verkünder, wappenherold, vorbote, Herold, Vorbote, Verkünder, herald, ...
  • uitbeelden in het duits - verkörpern, vertreten, vorstellen, abbilden, darstellen, beschreiben, schildern, ...
  • uitbetaling in het duits - entlohnung, zahlung, abzahlung, bezahlung, vergütung, entgelt, Bezahlung, ...
  • uitblinken in het duits - meiden, übersteigen, vorbeigehen, verfehlen, übertreffen, Glanz, leuchten, ...
Willekeurige woorden
Uitbetalen in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: lohn, besoldung, zahlen, belohnung, entlohnung, gehalt, bezahlen, auszahlen, auszahlen lassen, Bargeld aus, Geld aus