Toer in het portugees
Vertaling: toer, Woordenboek: nederlands » portugees
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
portugees
Vertalingen:
tília, ramo, ofício, sulco, melodia, embicar, desengate, carga, calha, rego, jornalista, guarnição, fato, linhas, só, traçar, tour, excursão, passeio, turnê, com excursões
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: toer
de toer, gazelle toer populair, jouster toer, ster zlm toer, tante toer, toer talen woordenboek portugees, toer in het portugees
Vertalingen
- toepassen in het portugees - alvo, fim, usar, empregar, emprego, aplicar, função, ...
- toepassing in het portugees - empregar, costume, aplicação, uso, emprego, alvo, cargo, ...
- toerbeurt in het portugees - classe, rotina, vez, remar, aleatório, disputa, posto, ...
- toereiken in het portugees - baste, padecer, sofra, sofrer, satisfazer, chegar, bastar, ...
Willekeurige woorden
Toer in het portugees - Woordenboek: nederlands » portugees
Vertalingen: tília, ramo, ofício, sulco, melodia, embicar, desengate, carga, calha, rego, jornalista, guarnição, fato, linhas, só, traçar, tour, excursão, passeio, turnê, com excursões
Vertalingen: tília, ramo, ofício, sulco, melodia, embicar, desengate, carga, calha, rego, jornalista, guarnição, fato, linhas, só, traçar, tour, excursão, passeio, turnê, com excursões