Thuis in het zweeds

Vertaling: thuis, Woordenboek: nederlands » zweeds

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
zweeds
Vertalingen:
bostad, hem, ställa, sätta, ställe, lokalisera, plats, lägga, boning, placera, läge, anbringa, ställning, hemma, som hemma, i hemmet, sig hemma, på hemmaplan
Thuis in het zweeds
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: thuis

een thuis, internet thuis, kinderfeestje, mijn thuis, niet thuis code, thuis talen woordenboek zweeds, thuis in het zweeds

Vertalingen

  • thesaurus in het zweeds - tesaurus, synonymordbok, synonymordlista, synonym
  • thesis in het zweeds - avhandling, tes, avhandlingen, kunskapsprov, Examensarbete
  • tic in het zweeds - muskelryckning, tlc, tisk
  • tichel in het zweeds - kakel, plattor, tile, sida vid sida, bricka
Willekeurige woorden
Thuis in het zweeds - Woordenboek: nederlands » zweeds
Vertalingen: bostad, hem, ställa, sätta, ställe, lokalisera, plats, lägga, boning, placera, läge, anbringa, ställning, hemma, som hemma, i hemmet, sig hemma, på hemmaplan