Bransje in het nederlands

Vertaling: bransje, Woordenboek: noors » nederlands

Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ambacht, koopmanschap, handwerk, nering, handel, vak, handelen, beroep, ruilhandel, ruil, industrie, nijverheid, bedrijfstak, de industrie
Bransje in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brannstifter in het nederlands - brandstichtend, brandstichter
  • brannsår in het nederlands - aanbranden, branden, brandwond, uitbranden, inbranden, verbranden
  • bratsj in het nederlands - altviool, viola, de Altviool, altvioolsnaar, altviool van
  • bratt in het nederlands - steil, steile, stijle, sterke, hoog
Willekeurige woorden
Bransje in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: ambacht, koopmanschap, handwerk, nering, handel, vak, handelen, beroep, ruilhandel, ruil, industrie, nijverheid, bedrijfstak, de industrie