Overgå in het nederlands
Vertaling: overgå, Woordenboek: noors » nederlands
Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
langsgaan, overtreffen, aanreiken, doorgeven, uitblinken, verlopen, uitmunten, doorbrengen, overgaan, aangeven, omkomen, passeren, overtroeven, te overtreffen, overstijgen, overschrijden, overtreft
Verwante woorden
Vertalingen
- overføre in het nederlands - afboeken, overbrengen, verzenden, sturen, opzenden, overgaan, transport, ...
- overgang in het nederlands - transitie, de overgang, overgangsperiode, overstap
- overleve in het nederlands - doormaken, doorleven, overleven, standhouden, beleven, Survive, overleef, ...
- overlevelse in het nederlands - overleving, survival, overleven, voortbestaan, overlevingskansen
Willekeurige woorden
Overgå in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: langsgaan, overtreffen, aanreiken, doorgeven, uitblinken, verlopen, uitmunten, doorbrengen, overgaan, aangeven, omkomen, passeren, overtroeven, te overtreffen, overstijgen, overschrijden, overtreft
Vertalingen: langsgaan, overtreffen, aanreiken, doorgeven, uitblinken, verlopen, uitmunten, doorbrengen, overgaan, aangeven, omkomen, passeren, overtroeven, te overtreffen, overstijgen, overschrijden, overtreft