Faktyczny in het nederlands

Vertaling: faktyczny, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
doelmatig, zeer, erg, afdoend, heel, virtueel, effectief, waar, reëel, terdege, echt, werkend, werkdadig, eigenlijk, werkelijk, doeltreffend, feitelijk, daadwerkelijk, actueel
Faktyczny in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • faktycznie in het nederlands - welhaast, feitelijk, zowat, echt, heus, substantief, inderdaad, ...
  • faktyczność in het nederlands - feitelijkheid, feitelijkheids, de feitelijkheid, feitelijkheden
  • faktysa in het nederlands - factice, factis
  • fakultatywny in het nederlands - facultatief, optionele, optioneel, optie, facultatieve
Willekeurige woorden
Faktyczny in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: doelmatig, zeer, erg, afdoend, heel, virtueel, effectief, waar, reëel, terdege, echt, werkend, werkdadig, eigenlijk, werkelijk, doeltreffend, feitelijk, daadwerkelijk, actueel