Nadgryzać in het nederlands
Vertaling: nadgryzać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aantasten, knabbelen, corroderen, knagen, bijten, gnaw, afknagen
Verwante woorden
Vertalingen
- nadgorliwość in het nederlands - opdringerigheid
- nadgorliwy in het nederlands - officieus, officieuze, bemoeizuchtige, opdringerige, opdringerig
- nadkomplet in het nederlands - overbodigheid, overtolligheid, overvloed, overbodige, superfluity
Willekeurige woorden
Nadgryzać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: aantasten, knabbelen, corroderen, knagen, bijten, gnaw, afknagen
Vertalingen: aantasten, knabbelen, corroderen, knagen, bijten, gnaw, afknagen