Natoczyć in het nederlands

Vertaling: natoczyć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uittekenen, aftekenen, bekoren, beschrijven, trekking, aanlokken, rukken, trekken, tappen, toelachen, gieten, te gieten, te storten, om te storten, uit te storten
Natoczyć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • natknięcie in het nederlands - ontmoeten, tegenkomen, ontmoeting, aantreffen, tegengekomen, tegenkomt, komen over, ...
  • natomiast in het nederlands - echter, niettemin, toch, desondanks, hoe, maar, terwijl, ...
  • natrafiać in het nederlands - opvallen, houwen, slaan, werkstaking, staking, kloppen, halen, ...
Willekeurige woorden
Natoczyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: uittekenen, aftekenen, bekoren, beschrijven, trekking, aanlokken, rukken, trekken, tappen, toelachen, gieten, te gieten, te storten, om te storten, uit te storten