Płakać in het nederlands
Vertaling: płakać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
huilen, tranen, traanogen, wenen, schreeuw, schreeuwen, schreien, weeklagen, kreet, snikken, roep, roepen, geroep
Verwante woorden
Vertalingen
- krętactwo in het nederlands - dubbelzinnigheid, uitvluchten, getalm, draaierij, prevarication
- logotyp in het nederlands - logo, embleem, logo van, embleem van
- opłukać in het nederlands - spoelen, afspoelen, gorgelen, spoel, te spoelen, uitspoelen
- przedobrzyć in het nederlands - overdrijven, overdrijf, te overdrijven, overdrijft, overdo
Willekeurige woorden
Płakać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: huilen, tranen, traanogen, wenen, schreeuw, schreeuwen, schreien, weeklagen, kreet, snikken, roep, roepen, geroep
Vertalingen: huilen, tranen, traanogen, wenen, schreeuw, schreeuwen, schreien, weeklagen, kreet, snikken, roep, roepen, geroep