Podlegać in het nederlands

podlegający in het nederlands - aansprakelijk, verantwoordelijk, onderwerp, subject, onderworpen, onder voorbehoud, onderhevig
podleganie in het nederlands - opname, blootstelling, portret, foto, kiekje, kiek, belichting, ...
podległość in het nederlands - ondergeschiktheid, achterstelling, onderschikking, onderwerping, ondergeschikt
podległy in het nederlands - onderhorig, afhankelijk, onderwerp, subject, onderworpen, onder voorbehoud, onderhevig

Willekeurige woorden

blijven

dagvaarden

afzender in het engels

befaamd in het engels

beuzelarij in het engels

grassen in het engels

inkomen in het engels

Podlegać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: tucht, onderwerp, discipline, subject, staatsburger, stof, modelleren, boetseren, thema, apropos, ondergaan, te ondergaan, onderworpen, ondergaat