Rywalizować in het nederlands

Vertaling: rywalizować, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
concurrentie, rivaal, wedstrijd, wedijveren, meedingen, concours, concurreren, mededinger, match, concurrent, te concurreren
Rywalizować in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gaik in het nederlands - struikgewas, Bosket
  • koncesyjny in het nederlands - toegevend, concessieve, concessief, concessionele, toegeving
  • niedziela in het nederlands - zondag
  • pracowitość in het nederlands - industrie, dilettant, ijver, knutselaar, naarstigheid, amateur, vlijt, ...
Willekeurige woorden
Rywalizować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: concurrentie, rivaal, wedstrijd, wedijveren, meedingen, concours, concurreren, mededinger, match, concurrent, te concurreren