Uczynić in het nederlands
Vertaling: uczynić, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
scheppen, inhalen, uitrichten, aanmaken, laten, behalen, maken, bedrijven, metselen, creëren, bouwen, treffen, opbrengen, uitbrengen, voortbrengen, opleveren, te maken, te, maak, maakt
Verwante woorden
Vertalingen
- afirmacja in het nederlands - bekentenis, bevestiging, spreekt, affirmatie, de bevestiging
- cieknąć in het nederlands - druppel, druppelen, droppel, druipen, lek, lik, droppelen, ...
- nieprzyjacielski in het nederlands - vijand, vijandelijk, vijandelijke, vijand te, vijanden
- nitownica in het nederlands - klinkhamer, riveter, blindklinktang, klinkmachine, Klinkhamer van
Willekeurige woorden
Uczynić in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: scheppen, inhalen, uitrichten, aanmaken, laten, behalen, maken, bedrijven, metselen, creëren, bouwen, treffen, opbrengen, uitbrengen, voortbrengen, opleveren, te maken, te, maak, maakt
Vertalingen: scheppen, inhalen, uitrichten, aanmaken, laten, behalen, maken, bedrijven, metselen, creëren, bouwen, treffen, opbrengen, uitbrengen, voortbrengen, opleveren, te maken, te, maak, maakt