Zdawać in het nederlands

Vertaling: zdawać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
zitten, koesteren, blijken, broeden, opdagen, voorkomen, aangeven, aanreiken, uitkomen, passeren, verschijnen, overkomen, verlopen, opdraven, lijken, poseren, schijnen, lijkt, vinden, kunt vinden
Zdawać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bębnowanie in het nederlands - tumbling, tuimelen, tuimelende, het tuimelen, tuimelend
  • mazgajstwo in het nederlands - zwakheid
  • niepotrzebnie in het nederlands - onnodig, nodeloos, onnodige, onnodig te, niet onnodig
  • podziwiać in het nederlands - bewonderen, bewonder, te bewonderen, genieten, genieten van
Willekeurige woorden
Zdawać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: zitten, koesteren, blijken, broeden, opdagen, voorkomen, aangeven, aanreiken, uitkomen, passeren, verschijnen, overkomen, verlopen, opdraven, lijken, poseren, schijnen, lijkt, vinden, kunt vinden