Zniżać in het nederlands

Vertaling: zniżać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afdraaien, waterdruppel, buigen, verteren, aflopen, droppel, vellen, besteden, spenderen, drop, afslaan, weglaten, overhellen, uitgeven, neerhalen, lik, deprimeren, druk, drukken, drukt, drukt u
Zniżać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • kuśnierstwo in het nederlands - pelswerk, bontwerk
  • okrawarka in het nederlands - trimmer, tondeuse, snoeischaar, trimmerkop, de trimmer
  • osoba in het nederlands - hoofdelijk, vent, figuur, individueel, merkteken, persoon, sujet, ...
  • pominąć in het nederlands - overslaan, overspringen, doorgaan, slaan, te slaan
Willekeurige woorden
Zniżać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: afdraaien, waterdruppel, buigen, verteren, aflopen, droppel, vellen, besteden, spenderen, drop, afslaan, weglaten, overhellen, uitgeven, neerhalen, lik, deprimeren, druk, drukken, drukt, drukt u