Apressar in het nederlands

Vertaling: apressar, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gewond, haast, vervroegen, lijden, kwetsen, dringen, verwonding, voortmaken, optrekken, haasten, terugzetten, accelereren, afbreuk, schade, kwetsuur, aangeschoten, stormloop, drukte, spits
Apressar in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • apresentar in het nederlands - introductie, odeur, wijzen, gunnen, invoeren, aanwezig, presenteren, ...
  • apresentação in het nederlands - inmaken, konfijten, bezuinigen, conserveren, inleggen, voorstelling, behouden, ...
  • aprestar in het nederlands - uitrusten, uitvoeren, toerusten
  • apreçar in het nederlands - begroten, waarderen, schatten, taxeren, prijsstelling, pricing, prijzen, ...
Willekeurige woorden
Apressar in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: gewond, haast, vervroegen, lijden, kwetsen, dringen, verwonding, voortmaken, optrekken, haasten, terugzetten, accelereren, afbreuk, schade, kwetsuur, aangeschoten, stormloop, drukte, spits