Espoliar in het nederlands

Vertaling: espoliar, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beschadigen, sponzen, toetakelen, stukmaken, bederven, havenen, verknoeien, verwennen, schenden, afsponzen, beroven, plunderen, berooven, te plunderen, te berooven
Espoliar in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • espirrar in het nederlands - proesten, niezen, niesen, niest, niesgeluid, snuiven, sneeze
  • espião in het nederlands - spion, bespieder, spieden, beloeren, verspieder, bespieden, spy, ...
  • espongiários in het nederlands - afsponzen, sponzen, sponsen, sponsjes, vaatdoeken, spons
  • esponja in het nederlands - afsponzen, sponzig, sponzen, sponsachtig, spons, team, sponsje, ...
Willekeurige woorden
Espoliar in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: beschadigen, sponzen, toetakelen, stukmaken, bederven, havenen, verknoeien, verwennen, schenden, afsponzen, beroven, plunderen, berooven, te plunderen, te berooven