Pausa in het nederlands
Vertaling: pausa, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verbreken, schorsing, rust, onderbreking, nis, besnoeiing, schenden, doorbreken, stilte, opening, vermindering, afslag, rabat, interruptie, pauzeren, scheuren, pauze, pause, pauzestand, onderbreken
Verwante woorden
Vertalingen
- patrão in het nederlands - patroon, origineel, oorspronkelijk, gebieder, meester, directeur, grootmeester, ...
- pau in het nederlands - pijp, stokje, vastkleven, spitsroede, schacht, paal, kleven, ...
- pausar in het nederlands - bestraten, pauzeren, stilte, pauze, plaveien, rust, onderbreking, ...
- pavilhão in het nederlands - vlag, banier, vaandel, dundoek, standaard, veldteken, vendel, ...
Willekeurige woorden
Pausa in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: verbreken, schorsing, rust, onderbreking, nis, besnoeiing, schenden, doorbreken, stilte, opening, vermindering, afslag, rabat, interruptie, pauzeren, scheuren, pauze, pause, pauzestand, onderbreken
Vertalingen: verbreken, schorsing, rust, onderbreking, nis, besnoeiing, schenden, doorbreken, stilte, opening, vermindering, afslag, rabat, interruptie, pauzeren, scheuren, pauze, pause, pauzestand, onderbreken