Vivenda in het nederlands

vitelo in het nederlands - kalfsleer, kalf, kuit, kalveren, kalf van, calf
vitória in het nederlands - triomf, triomferen, behalen, winnen, victorie, zege, overwinning, ...
viver in het nederlands - snedig, hachje, bestaan, verkeren, druk, leven, standhouden, ...
vivo in het nederlands - warm, gauw, kortaangebonden, leven, huizen, tierig, kwiek, ...

Willekeurige woorden

paragraaf

restant

contrast in het engels

gedeelte in het engels

smachtend in het engels

verborgen in het engels

versomberen in het engels

wellevend in het engels

Vivenda in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: familie, geslacht, gezin, toneel, schouwburg, pand, huishouding, huishouden, huis, huizen, theater, toneelwezen, villa, villa in