Huishouden in het portugees - Vertaling / Woordenboek nederlands

energieverbruik, energieverbruik gemiddeld huishouden, energieverbruik huishouden, gasverbruik huishouden, gemiddeld energieverbruik, huishouden talen woordenboek portugees, huishouden in het portugees

Vertalingen

huisdier in het portugees - afagar, acariciar, pilão, animal de estimação, pet, para animais de estimação, animais de estimação
huiselijk in het portugees - doméstico, abóbada, simples, aconchegante, caseira, acolhedor, caseiro
huishouding in het portugees - família, aposento, habitação, hospedar, glória, morada, casa, ...
huishoudster in het portugees - governanta, empregada, caseiro, housekeeper, dona de casa

Willekeurige woorden

Huishouden in het portugees - Woordenboek: nederlands » portugees
Vertalingen: fama, habitação, hospedar, família, glória, vivenda, casa, morada, aposento, teatro, categoria, doméstico, agregado familiar, domésticos