Брехать in het nederlands

бретер in het nederlands - vuurvreter, vuurspuwer
бретонец in het nederlands - Breton, Bretonse, Bretons, Bretoense, Bretagne
брехня in het nederlands - leugen, onwaarheid, liggen, onzin, nonsens, nonsense, onzin is
брешь in het nederlands - onderbreking, bres, schorsing, breuk, stukbreken, interruptie, rust, ...

Willekeurige woorden

doordat

doordringen

abortus in het engels

opwerken in het engels

parkeren in het engels

verslappen in het engels

Брехать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: bassen, schaal, boomschors, blaffen, schil, schors, bast, dop, huilen, brehat, Bréhat, Brehat en, Brehat te