Спутник in het nederlands

Vertaling: спутник, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
maand, kameraad, vertrouwd, makker, partner, samen, aaneen, kornuit, knaap, trawant, vent, satelliet, jongen, maat, aansluiten, maan, satelliet te, een satelliet, Sat
Спутник in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • выясняться in het nederlands - opdraven, zijn, verkeren, leven, bestaan, opdagen, te voorschijn komen, ...
  • занятой in het nederlands - bezet, bezig, druk, drukke, druk bezig
  • игреневый in het nederlands - igrenevy
  • избежание in het nederlands - vermijden, ontwijken, mijden, voorkomen, te voorkomen
Willekeurige woorden
Спутник in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: maand, kameraad, vertrouwd, makker, partner, samen, aaneen, kornuit, knaap, trawant, vent, satelliet, jongen, maat, aansluiten, maan, satelliet te, een satelliet, Sat