schikken in het engels
Vertalingen:
say, suit, tell, regulate, enjoin, arrange, order, conform, match, dispose
schikken in het spaans
Vertalingen:
causa, arreglar, sentar, decir, ajustar, mandar, ordenar, traje, prescribir, referir, platicar, pleito, proceso, convenir, narrar, reglamentar, organizar, concertar, disponer, arreglos
schikken in het duits
Vertalingen:
befehlen, werbung, besage, ausdrücken, verfahren, aussprechen, gesuch, tracht, unterscheiden, anzug, regulieren, entsprechen, differenzieren, farbe, rechtsstreit, anpassen, vereinbaren, ordnen, arrangieren, anordnen, vermitteln
schikken in het frans
Vertalingen:
administrer, garniture, porter, habillement, parler, aller, racontons, couleur, gouverner, rapporter, guider, dénoter, demande, réglementer, charger, procès, organiser, arranger, organiser des, dispositions, disposer
schikken in het italiaans
Vertalingen:
regolare, causa, lite, convenire, ingiungere, completo, raccontare, narrare, dire, procedimento, comandare, addirsi, abito, processo, vestito, ordinare, organizzare, disporre, provvedere, predisporre, sistemare
schikken in het portugees
Vertalingen:
palavra, prescrever, servir, encomendar, mandar, ordenar, relatar, traje, regularizar, narrar, caber, serra, processo, regularmente, veste, pedir, organizar, providenciar, arranjar, marcar
schikken in het russisch
Vertalingen:
показывать, рассказать, декламировать, рассказывать, поговаривать, фискалить, предписать, масть, выговаривать, промолвить, соответствовать, ходатайство, указывать, гласить, сообщать, распознавать, устраивать, организовать, устроить, организует, договориться
schikken in het noors
Vertalingen:
søksmål, dress, si, farge, regulere, befale, ordne, arrangere, arrangerer, ordne med, avtale
schikken in het zweeds
Vertalingen:
säga, rättegång, process, berätta, förtälja, reglera, klänning, kostym, dräkt, passa, arrangera, ordna, anordna, ordnar, arrangerar
schikken in het fins
Vertalingen:
oikeudenkäynti, muokata, mukauttaa, tilata, rukata, anomus, haastaa, sanoa, äännellä, esittää, säädellä, soveltua, sopia, määrätä, pakista, kokopuku, järjestää, järjestämään, järjestävät, järjestettävä
schikken in het deens
Vertalingen:
dragt, fortælle, sige, arrangere, sørge, arrangerer, at arrangere, lade
schikken in het tsjechisch
Vertalingen:
nakázat, ohlašovat, proces, přizpůsobit, oděv, nastavit, projevit, slušet, udávat, poručit, rozhodovat, uspořádat, usměrňovat, přikázat, souprava, úbor, zařídit, Dohodnout, zajistíme, sjednat
schikken in het pools
Vertalingen:
proces, kierować, napleść, zadowolić, nakazywać, zadawalać, kombinezon, uregulować, akcja, ubierać, stwierdzić, mawiać, dopowiadać, podanie, reglamentować, mówić, zorganizować, rozmieścić, urządzić, zaaranżować, uporządkować
schikken in het hongaars
Vertalingen:
leánykérés, pör, öltöny, kosztüm, kérés, intézkedik, gondoskodjon, gondoskodik, rendezni, szervez
schikken in het turks
Vertalingen:
kostüm, söylemek, düzenlemek, sağlayabilir, düzenleyebilirsiniz, olanağı, düzenleme
schikken in het grieks
Vertalingen:
κανονίζω, εξυπηρετώ, λέω, κοστούμι, βολεύω, ξεχωρίζω, διηγούμαι, αφηγούμαι, αρμόζω, κανονίσει, να οργανώσει, κανονίσετε, κανονίσουν, φροντίσει σχετικά
schikken in het oekraïens
Vertalingen:
приписувати, промовити, симетрично, костюм, говорити, заборонити, забороняти, клопотання, декламувати, сказати, озиватись, прохання, припишіть, казати, влаштовувати, улаштовувати, влаштовуватиме, владнувати, влаштовуватимуть
schikken in het albanees
Vertalingen:
them, tregoj, rregulloj, organizoni, organizojmë, të organizoni, të organizojmë
schikken in het bulgaars
Vertalingen:
казвам, костюм, организираме, подредите, организира, уреди, да организира
schikken in het wit-russisch
Vertalingen:
краска, насiць, гарнiтур, казаць, ладзіць, ўладкоўваць, уладкоўваць, наладжваць, задавальняць
schikken in het ests
Vertalingen:
rääkima, süstima, ütlema, rahuldama, ülikond, korrastama, reguleerima, keelustama, korraldama, korraldada, korraldab, korraldada järgmiste, korraldavad
schikken in het kroatisch
Vertalingen:
naložiti, razlikovati, ugađanje, pričati, udesiti, propisati, mišljenje, reći, recite, odgovarati, kostim, pripovijedati, red, kazati, urediti, zapovijedati, rasporediti, dogovoriti, organizirati, dogovoriti sljedeće
schikken in het ijslands
Vertalingen:
segja, dragt, henta, herma, raða, að raða, ráðstafanir, gert ráðstafanir, skipuleggja
schikken in het latijn
Vertalingen:
for, ordino, loquor, dico
schikken in het litouws
Vertalingen:
kostiumas, tarti, sutvarkyti, suorganizuoti, susitarti, surengti, rengti
schikken in het lets
Vertalingen:
uzvalks, izrunāt, organizēt, sakārtot, noorganizēt, vienoties
schikken in het macedonisch
Vertalingen:
организираме, организира, се организираме, да организира, организираат
schikken in het roemeens
Vertalingen:
conveni, zice, costum, spune, enunţa, aranja, organiza, aranjeze, a aranja, aranjați
schikken in het sloveens
Vertalingen:
praviti, obleka, oblek, reči, povedati, pravit, poskrbi, uredi, urediti, dogovorite, organizirati
schikken in het slovaaks
Vertalingen:
oblek, povedať, slušte, povedz, zariadiť, vybaviť