Dvojica in het nederlands
Vertaling: dvojica, Woordenboek: slovaaks » nederlands
Brontaal:
slovaaks
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
stelletje, tweetal, stel, echtelieden, duo, echtpaar, koppel, paar, span, pair, paren
Verwante woorden
Vertalingen
- dvere in het nederlands - deur, portier, de deur, voordeur, deur van
- dvojhláska in het nederlands - tweeklank, diftong, diphthong, een tweeklank
- dvojice in het nederlands - echtelieden, stelletje, koppel, paar, stel, duo, tweetal, ...
- dvojitý in het nederlands - tweevoudig, duplex, dubbel, duplicaat, tweeledig, multipliceren, verveelvoudigen, ...
Willekeurige woorden
Dvojica in het nederlands - Woordenboek: slovaaks » nederlands
Vertalingen: stelletje, tweetal, stel, echtelieden, duo, echtpaar, koppel, paar, span, pair, paren
Vertalingen: stelletje, tweetal, stel, echtelieden, duo, echtpaar, koppel, paar, span, pair, paren