Cocer in het nederlands

Vertaling: cocer, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ijver, borrelen, koken, bakken, paffen, royeren, vuur, vuurzee, brand, vuren, ontslaan, zieden, vlam, opwinding, keukenmeid, ambitie, kok, Cook, Kook, kokkin
Cocer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • cocaína in het nederlands - cocaïne, van cocaïne, cocaïnegebruik, cocaine
  • cocear in het nederlands - schoppen, trappen, schop, trap, bal, kick, nemen
  • coche in het nederlands - onderwijzen, kar, affuit, spoorwagen, coachen, trainen, bus, ...
  • cochera in het nederlands - stalling, garage, parkeergarage, de garage, garage van, de garage van
Willekeurige woorden
Cocer in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: ijver, borrelen, koken, bakken, paffen, royeren, vuur, vuurzee, brand, vuren, ontslaan, zieden, vlam, opwinding, keukenmeid, ambitie, kok, Cook, Kook, kokkin