Conjunción in het nederlands

Vertaling: conjunción, Woordenboek: spaans » nederlands

Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
combinatie, vereniging, conjunctie, aansluiting, verbinding, samenwerking, voegwoord, samenstand
Conjunción in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • conjugación in het nederlands - vervoeging, conjugatie, Vervoegingen, conjugation, de conjugatie
  • conjugar in het nederlands - conjugeren, vervoegen, combineren, te combineren, combineert, gecombineerd, combineer
  • conjunto in het nederlands - gelegen, drift, schare, groep, strook, zetten, zwerm, ...
  • conjurar in het nederlands - smeken, bidden, bezweren, toveren, roepen, oproepen, te roepen
Willekeurige woorden
Conjunción in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: combinatie, vereniging, conjunctie, aansluiting, verbinding, samenwerking, voegwoord, samenstand