Dejo in het nederlands

dejado in het nederlands - lui, links, linker-, linkerhand, vertrokken, verliet
dejar in het nederlands - verlof, bedanken, afreizen, laten, toelaten, scheiding, overlaten, ...
delantal in het nederlands - boezelaar, voorschoot, schort, schort van, apron, De Schort, De Schort van
delante in het nederlands - eerder, daarvoor, indertijd, vooraan, alvorens, voor, tevoren, ...

Willekeurige woorden

doorkijk

eisen

blootstelling in het engels

kruimel in het engels

orgel in het engels

slik in het engels

voluit in het engels

Dejo in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: beklemtonen, nadruk, dialect, benadrukken, klemtoon, accentueren, tongval, accent, ik vertrek, ik laat, laat ik, ik verlaat, verlaat ik