Feria in het nederlands

fenómeno in het nederlands - verschijnsel, fenomeen
feo in het nederlands - bars, afgrijselijk, lelijk, honds, afschuwelijk, nurks, laag, ...
feriar in het nederlands - ambacht, vak, beroep, ruilhandel, handelen, ruil, koopmanschap, ...
fermentación in het nederlands - onrust, gisting, rusteloosheid, fermentatie, vergisting, de gisting, de fermentatie

Willekeurige woorden

buitenverblijf

dienaar

bijgeloof in het engels

deemoed in het engels

leugenaar in het engels

overeenstemmen in het engels

weren in het engels

Feria in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: rustdag, afzetgebied, marktplein, markt, vakantiedag, vakantie, bazaar, marktplaats, snipperdag, eerlijk, kermis, billijk, eerlijke, fair