Junto in het nederlands
Vertaling: junto, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bijna, bij, ineen, aan, komend, welhaast, eerstvolgend, zowat, nabij, tezamen, naast, aaneen, aanstaand, samen, dichtbij, bijeen, bij elkaar, elkaar, samen te
Verwante woorden
Vertalingen
- juntar in het nederlands - verzamelen, vastbinden, samenkomen, opeenstapelen, innen, opstapelen, verbinden, ...
- juntarse in het nederlands - kornuit, aaneenvoegen, makker, verenigen, vastbinden, toetreden, aansluiten, ...
- juntura in het nederlands - gelid, gelegenheid, gewricht, algemeen, aanleiding, gemeenschappelijk, knoop, ...
- jurado in het nederlands - jury, de jury, vakjury
Willekeurige woorden
Junto in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: bijna, bij, ineen, aan, komend, welhaast, eerstvolgend, zowat, nabij, tezamen, naast, aaneen, aanstaand, samen, dichtbij, bijeen, bij elkaar, elkaar, samen te
Vertalingen: bijna, bij, ineen, aan, komend, welhaast, eerstvolgend, zowat, nabij, tezamen, naast, aaneen, aanstaand, samen, dichtbij, bijeen, bij elkaar, elkaar, samen te