Utilizar in het nederlands
Vertaling: utilizar, Woordenboek: spaans » nederlands
Brontaal:
spaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanwerven, zetten, doorvoeren, aannemen, plaats, baan, betrekking, uitbuiten, functie, werkkring, beoefenen, leggen, gebruik, aanwenden, opleggen, aandoen, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing
Verwante woorden
Vertalingen
- utilidad in het nederlands - nut, utility, utiliteit, hulpprogramma, tool
- utilización in het nederlands - beoefenen, werk, honk, toepassen, gebruik, uitoefenen, leggen, ...
- uva in het nederlands - wijnstok, wingerd, druif, druiven, druivenmost, wijbouw, druivemost
- uña in het nederlands - spijkeren, draadnagel, hoef, klauw, spijker, haak, nagel, ...
Willekeurige woorden
Utilizar in het nederlands - Woordenboek: spaans » nederlands
Vertalingen: aanwerven, zetten, doorvoeren, aannemen, plaats, baan, betrekking, uitbuiten, functie, werkkring, beoefenen, leggen, gebruik, aanwenden, opleggen, aandoen, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing
Vertalingen: aanwerven, zetten, doorvoeren, aannemen, plaats, baan, betrekking, uitbuiten, functie, werkkring, beoefenen, leggen, gebruik, aanwenden, opleggen, aandoen, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing