Hábit in het nederlands

Vertaling: hábit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
usance, gebruik, hebbelijkheid, tenue, aanwensel, gewoonte, gewoonte om, rookgedrag, de gewoonte, gewoonte van
Hábit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • hypotéza in het nederlands - vermoeden, veronderstelling, hypothese, onderstelling, mening, hypothese te, hypothese van
  • hádanka in het nederlands - raadsel, puzzel, riddle, raadsel op, raadseltje
Willekeurige woorden
Hábit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: usance, gebruik, hebbelijkheid, tenue, aanwensel, gewoonte, gewoonte om, rookgedrag, de gewoonte, gewoonte van