Mříž in het nederlands

Vertaling: mříž, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afrastering, piepen, scheidsmuur, afsluiten, versperring, traliehek, knarsen, rooster, belemmeren, barrière, hek, afdammen, bar, traliewerk, Grille, grill, Grille weergeven
Mříž in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • měšťák in het nederlands - burgerlijk, stedeling, Townsman, stadsgenoot, plaatsgenoot, stadsmens
  • mňoukat in het nederlands - miauw, meow, miauwen, mauwen, mauw
  • mříže in het nederlands - knarsen, hek, afrastering, piepen, rooster, traliehek, grating, ...
  • mřížka in het nederlands - hek, piepen, afrastering, geknars, gekras, rooster, knarsen, ...
Willekeurige woorden
Mříž in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: afrastering, piepen, scheidsmuur, afsluiten, versperring, traliehek, knarsen, rooster, belemmeren, barrière, hek, afdammen, bar, traliewerk, Grille, grill, Grille weergeven