Malý in het nederlands
Vertaling: malý, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
stumperig, belabberd, kous, miserabel, bekrompen, eng, afgezaagd, beknopt, nauw, kort, kind, gering, neerslachtig, beetje, minuscuul, schunnig, weinig, klein, kleine, wat
Verwante woorden
Vertalingen
- malíř in het nederlands - schilder, kunstschilder, huisschilder, verver, kunstenaar, de schilder
- malířství in het nederlands - schildering, schilderij, doek, schilderkunst, schilderen, het schilderen, painting
- mami in het nederlands - ma, mamma, mammie, mam, mama, moeder
- maminka in het nederlands - mam, mammie, mummie, mama, mamma, ma, moeder, ...
Willekeurige woorden
Malý in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: stumperig, belabberd, kous, miserabel, bekrompen, eng, afgezaagd, beknopt, nauw, kort, kind, gering, neerslachtig, beetje, minuscuul, schunnig, weinig, klein, kleine, wat
Vertalingen: stumperig, belabberd, kous, miserabel, bekrompen, eng, afgezaagd, beknopt, nauw, kort, kind, gering, neerslachtig, beetje, minuscuul, schunnig, weinig, klein, kleine, wat