Manžel in het nederlands
Vertaling: manžel, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gemaal, mensheid, echtgenote, echtgenoot, manspersoon, man, vent, mensdom, eega, mens
Verwante woorden
Vertalingen
- manévr in het nederlands - manoeuvreren, rangeren, manoeuvre, manoeuvreerruimte, bewegingsruimte, handeling
- manéž in het nederlands - kampplaats, arena, sfeer, stadium, stadion, bol, gebied, ...
- manželka in het nederlands - gemalin, vrouw, echtgenote, eega, huisvrouw, vrouw van, de vrouw
- manželský in het nederlands - getrouwd, gehuwd, trouwde, trouwen, huwde
Willekeurige woorden
Manžel in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: gemaal, mensheid, echtgenote, echtgenoot, manspersoon, man, vent, mensdom, eega, mens
Vertalingen: gemaal, mensheid, echtgenote, echtgenoot, manspersoon, man, vent, mensdom, eega, mens