Pásmo in het nederlands

Vertaling: pásmo, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aardgordel, windsel, verspreidingsgebied, kachel, gebied, duw, scope, singel, areaal, riem, kloot, strook, gordel, omgeving, reep, oppervlakte, zone, streek, zones
Pásmo in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pásek in het nederlands - kapel, veeg, klap, strook, klop, filet, tik, ...
  • páska in het nederlands - troep, streep, orkest, strook, gordel, aanbinden, band, ...
  • pást in het nederlands - afgrazen, weide, grazen, weiden, weiland, schaafwond, weid, ...
  • páter in het nederlands - pastoor, geestelijke, zielverzorger, aalmoezenier, Padre, Pater, de Aalmoezenier, ...
Willekeurige woorden
Pásmo in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: aardgordel, windsel, verspreidingsgebied, kachel, gebied, duw, scope, singel, areaal, riem, kloot, strook, gordel, omgeving, reep, oppervlakte, zone, streek, zones