Předcházející in het nederlands

Vertaling: předcházející, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
voorvader, voorbarig, verleden, vorig, voorgaand, vroeger, voorafgaand, voorgaande, voorafgaande, bovenstaande, voornoemde, en ander
Předcházející in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • předběžný in het nederlands - inleidend, preliminair, voorafgaand, voorspel, voorbereiding, prejudiciële, voorlopige
  • předchozí in het nederlands - verleden, voorgaand, voorafgaand, voorvader, vorig, voorbarig, vroeger, ...
  • předcházení in het nederlands - voorafgaan, voorzijn, het voorkomen, preventie, voorkomen, voorkoming, de preventie
  • předcházet in het nederlands - voorzijn, anticiperen, voorafgaan, vooruitlopen, prejudiciëren, voorkomen, verhinderen, ...
Willekeurige woorden
Předcházející in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: voorvader, voorbarig, verleden, vorig, voorgaand, vroeger, voorafgaand, voorgaande, voorafgaande, bovenstaande, voornoemde, en ander