Připojit in het nederlands
Vertaling: připojit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aansluiten, optellen, verenigen, kameraad, belenden, samenbinden, maat, vastbinden, aanhechten, affix, monteren, partner, aaneenschakelen, aanhechtsel, samenbrengen, toetreden, koppelen, verbinden, sluit, te sluiten
Verwante woorden
Vertalingen
- připojení in het nederlands - aanhechting, verbinding, aansluiting, connectie, verband, Connection
- připojený in het nederlands - bijkomend, bijbehorend, bijkomstig, secundair, aanhangsel, gehecht, bevestigd, ...
- připomenout in het nederlands - vermelding, noemen, onthouden, aanhaling, vermelden, gedenken, herinneren, ...
- připomínat in het nederlands - herinneren, eraan herinneren, te herinneren, eraan te herinneren, herinneren aan
Willekeurige woorden
Připojit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: aansluiten, optellen, verenigen, kameraad, belenden, samenbinden, maat, vastbinden, aanhechten, affix, monteren, partner, aaneenschakelen, aanhechtsel, samenbrengen, toetreden, koppelen, verbinden, sluit, te sluiten
Vertalingen: aansluiten, optellen, verenigen, kameraad, belenden, samenbinden, maat, vastbinden, aanhechten, affix, monteren, partner, aaneenschakelen, aanhechtsel, samenbrengen, toetreden, koppelen, verbinden, sluit, te sluiten