Pomocník in het nederlands
Vertaling: pomocník, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
adjunct, zorg, altaardienaar, helpen, bijbehorend, assistent, helper, bijstaan, assisteren, toeverlaat, bedienen, baten, bekommernis, aanhangsel, heul, bijkomstig, medewerker, assistente, assistant
Verwante woorden
Vertalingen
- pomoci in het nederlands - toeverlaat, helper, bergen, behoeden, bekommernis, hulp, heul, ...
- pomocnice in het nederlands - helper, helpen, assistentie, bijstaan, toeverlaat, heul, bedienen, ...
- pomocný in het nederlands - bijkomend, secundair, helper, hulp, bijkomstig, assistent, aanhangsel, ...
- pomoct in het nederlands - uitzuinigen, bewaren, behouden, besparen, bergen, uitwinnen, bezuinigen, ...
Willekeurige woorden
Pomocník in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: adjunct, zorg, altaardienaar, helpen, bijbehorend, assistent, helper, bijstaan, assisteren, toeverlaat, bedienen, baten, bekommernis, aanhangsel, heul, bijkomstig, medewerker, assistente, assistant
Vertalingen: adjunct, zorg, altaardienaar, helpen, bijbehorend, assistent, helper, bijstaan, assisteren, toeverlaat, bedienen, baten, bekommernis, aanhangsel, heul, bijkomstig, medewerker, assistente, assistant