Blå in het nederlands

Vertaling: blå, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bewolkt, droefgeestig, onaangenaam, neerslachtig, vervelend, somber, mistroostig, akelig, betrokken, triestig, naargeestig, blauw, donker, blauwe, blue, de blauwe
Blå in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • blända in het nederlands - blind, verblinden, blinde, verblinding, verblind, dazzle, verblindt
  • blänka in het nederlands - glans, glanzen, blinken, schijnen, schitteren, lichten, schittering, ...
  • blåbär in het nederlands - bosbessen, bos bessen, blauwe bessen, blueberries, zul
  • blåklint in het nederlands - korenbloem, cornflower, koren bloem, van de korenbloem, korenbloem van
Willekeurige woorden
Blå in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: bewolkt, droefgeestig, onaangenaam, neerslachtig, vervelend, somber, mistroostig, akelig, betrokken, triestig, naargeestig, blauw, donker, blauwe, blue, de blauwe