Dum in het nederlands
Vertaling: dum, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
stom, toonloos, flauw, bah, zwakhoofdig, dwaas, bespottelijk, stompzinnig, schaapachtig, bot, zot, lachwekkend, ridicuul, domkop, onbenullig, onnozel, dom, domme, stomme, stupid
Verwante woorden
Vertalingen
- duk in het nederlands - laken, weefsel, stof, textiel, doek, doekje, stoffen
- duktig in het nederlands - onbeschaamd, levendig, vaardig, slim, kundig, doortrapt, behendig, ...
- dumhet in het nederlands - domheid, stommiteit, stompzinnigheid, stupiditeit, dwaasheid
- dumheter in het nederlands - zever, nonsens, onzinnigheid, absurditeit, gekheid, onzin, nonsense, ...
Willekeurige woorden
Dum in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: stom, toonloos, flauw, bah, zwakhoofdig, dwaas, bespottelijk, stompzinnig, schaapachtig, bot, zot, lachwekkend, ridicuul, domkop, onbenullig, onnozel, dom, domme, stomme, stupid
Vertalingen: stom, toonloos, flauw, bah, zwakhoofdig, dwaas, bespottelijk, stompzinnig, schaapachtig, bot, zot, lachwekkend, ridicuul, domkop, onbenullig, onnozel, dom, domme, stomme, stupid