Hövding in het nederlands

Vertaling: hövding, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
hoofd-, kapitaal, patroon, gebieder, heer, voornaamste, chef, opperhoofd, hoofd, aanvoerder, meester, baas, leider, hoofdman, chief
Hövding in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • hörsel in het nederlands - gehoor, horen, Hoorzitting, het horen, horen van
  • höst in het nederlands - afvallen, neervallen, storten, afdaling, neerdaling, schemer, uitvallen, ...
  • hövlig in het nederlands - wellevend, welgemanierd, beschaafd, hoffelijk, heus, galant, beleefd, ...
  • i in het nederlands - aan, bij, duim, te, binnen, naast, voor, ...
Willekeurige woorden
Hövding in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: hoofd-, kapitaal, patroon, gebieder, heer, voornaamste, chef, opperhoofd, hoofd, aanvoerder, meester, baas, leider, hoofdman, chief