Låga in het nederlands

Vertaling: låga, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
repareren, reparatie, vastmaken, oplappen, lappen, vaststellen, maken, verhelpen, fixeren, flikken, opknappen, aanbrengen, boeten, determineren, verstellen, herstellen, vastleggen, vastzetten, bepalen
Låga in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • lackera in het nederlands - verlakken, lak, glazuur, vernis, lakken
  • lag in het nederlands - politie, firma, recht, team, genootschap, gezelschap, vennootschap, ...
  • lager in het nederlands - winkel, magazijn, alledaags, stock, geboorte, pakhuis, banaal, ...
  • laglig in het nederlands - legaal, rechtmatig, legitiem, echt, gewettigd, wettig, wettelijk, ...
Willekeurige woorden
Låga in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: repareren, reparatie, vastmaken, oplappen, lappen, vaststellen, maken, verhelpen, fixeren, flikken, opknappen, aanbrengen, boeten, determineren, verstellen, herstellen, vastleggen, vastzetten, bepalen