Mål in het nederlands
Vertaling: mål, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toetsing, ding, doelstelling, zin, toets, proef, examen, onderwerp, doelwit, toeleg, voorwerp, schietschijf, rooien, mikken, honk, bedoelen, geval, zaak, koffer, case, geval van
Verwante woorden
Vertalingen
- mästerverk in het nederlands - meesterwerk, meesterwerk van, meesterstuk, het meesterwerk
- mätare in het nederlands - meter, versmaat, metrum, m, Afstand
- måla in het nederlands - voorstelling, schilderen, afschilderen, afbeelding, verf, figuur, uitschilderen, ...
- målare in het nederlands - schilder, verver, huisschilder, kunstschilder, kunstenaar, de schilder
Willekeurige woorden
Mål in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: toetsing, ding, doelstelling, zin, toets, proef, examen, onderwerp, doelwit, toeleg, voorwerp, schietschijf, rooien, mikken, honk, bedoelen, geval, zaak, koffer, case, geval van
Vertalingen: toetsing, ding, doelstelling, zin, toets, proef, examen, onderwerp, doelwit, toeleg, voorwerp, schietschijf, rooien, mikken, honk, bedoelen, geval, zaak, koffer, case, geval van