Vig in het nederlands
Vertaling: vig, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
lenig, tierig, kwiek, wakker, gauw, vlug, snel, opgewekt, spoedig, rap, kras, prompt, haastig, vief, druk, gezwind, lenige, lithe, soepele
Verwante woorden
Vertalingen
- vidsträckt in het nederlands - breedvoerig, uitgebreid, overvloedig, breed, reusachtig, kolossaal, weelderig, ...
- vifta in het nederlands - kwispelen, grappenmaker, grapjas, wag, kwispeling
- vigsel in het nederlands - bruiloftsfeest, echtverbintenis, huwelijk, bruiloft, echt, het huwelijk, huwelijk Snel overzicht Opleiding, ...
- vik in het nederlands - boezem, nis, kreek, bocht, afgrond, zeeboezem, beek, ...
Willekeurige woorden
Vig in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: lenig, tierig, kwiek, wakker, gauw, vlug, snel, opgewekt, spoedig, rap, kras, prompt, haastig, vief, druk, gezwind, lenige, lithe, soepele
Vertalingen: lenig, tierig, kwiek, wakker, gauw, vlug, snel, opgewekt, spoedig, rap, kras, prompt, haastig, vief, druk, gezwind, lenige, lithe, soepele